Verandering

Op een vroege zondagochtend rijden we met een Amerikaanse stationwagen het Hollandse landschap binnen.
Ik kan tot ver over de lege weilanden kijken. Slootjes kronkelen er doorheen, soms overbrugt door krom gebogen bruggetjes. In de verte ligt een dorpje met de kerktoren als herkenningspunt.
Ik ben op weg naar alweer een nieuw begin.
Het is plotseling snel gegaan, gisteren rond deze tijd wist ik niet van het bestaan van Roosje en Witske en nu ben ik op weg om ze op te halen. Twee rode poezen, zusjes van zeven jaar. Hun baasje is vorige week overleden.

Zodra we thuis zijn kruipen Roosje en Witske onder de bank om daar dagen te verblijven. Ik snap het wel, een ander baasje, een nieuw huis, andere spullen, de geur, een vrouwelijk stemgeluid. Ze kijken de kat uit de boom en doen `het spreekwoord` eer aan.
Witske is de eerste die op verkenning uitgaat, sluipt door het huis, zachte poezenpootjes raken heel licht de vloer, haar buikje schuift langs de grond. Ze snuffelt aan keukenkastjes, tafelpoten, koelkast, planten, alles komt aan de beurt maar aan mij loopt ze voorbij.
De volgende dag is het Roosje die alles onderzoekt.

Ze doen ze er weken over om zich het huis toe te eigenen, elk hoekje, gaatje wordt ontdekt. Roosje is degene die me in de ochtend als eerste begroet en vervolgens vol overgave op haar rug gaat liggen zodat ik haar buikje kan aaien, maar ze blijft ver van mijn schoot.
Witske is de eerste die bij me komt zitten, eerst mag ik haar aaien, veilig op de leuning van de bank. Op een avond doet ze een poging om op mijn schoot te komen maar trekt zich halverwege terug, als ik haar, te enthousiast verwelkom.
Eindelijk is het zo ver, Witske betreedt voorzichtig met haar poezenpootjes mijn schoot, als een koningin zinkt ze neer op haar troon. Het heeft even geduurd maar dan heb ik ook wat, ze maakt een spinnend geluid, likt mijn hand en laat zich uitgebreid aaien. Een dag later volgt Roosje. Ik heb hun hartje veroverd en zij de mijne.

 

4 reacties

  1. Mooi, hoe Roosje en Witske in je leven kwamen. Fijn dat je zo geduldig hebt gewacht tot ze zich veilig en thuis voelden en zich durfden toe vertrouwen. En wat jouw vriendin betreft: daar ben ik stil van. Ik probeer me dat voor te stellen. Op straat uit je scootmobiel donderen: de schrik, de pijn, de ontsteltenis. En dan daarna het volstrekt overgeleverd zijn, de afhankelijkheid, de lange weg van genezen en revalideren. Maar dat kan ik me natuurlijk helemaal niet voorstellen. Ik ben alleen maar stil.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *