Het is zaterdagochtend en ik ben op weg naar Schiphol, daarvoor wil ik een boodschap doen in mijn oude buurtje, de Kinkerstraat. Het laatste stukje wat me nog bindt aan deze plek is de winkel met haarproducten, een uniek winkeltje in de stad, waar ik al jaren mijn haarverf koop. De vrouw achter de balie zegt, zodra ik aan de beurt ben, `Nummer zeven?`
Ik heb vaak gedacht om te stoppen met mijn haar verven maar ik kan het niet, een beetje ijdelheid is mij niet vreemd.
`Ik heb mijn rugtas in de trein laten staan,` meldde mijn zoon me vanmorgen vanuit Spanje, waar zijn vriendin woont.
`Kun jij…?`
`Natuurlijk. Wat zit er in?` vroeg ik.
`Kaas, koffie, kleding en mijn fietsschoenen.`
Na een telefoontje met de Nederlandse Spoorwegen krijg ik een nummer waarmee ik zijn rugzak kan ophalen bij de gevonden voorwerpen op Schiphol.
`Wat zit erin?` vraagt de vrouw achter de balie.
‘Kaas, koffie, kleding en fietsschoenen,’ zeg ik.
Ze laat de kaartjes in de bak door haar vingers glijden, het duurt even, ik rij achter mij groeit.
‘Hebbes,’ zeg ze, loopt naar achteren en komt niet veel later terug met de rugtas met achter haar een vrouw die een Dirk tas draagt, deze zegt: `We hebben de kaas in de koeling gelegd.`
`Wat goed, ik was al bang, dat…met die hitte…`
`Wat zit er, behalve de kaas, nog meer in tas?` vraagt de vrouw die de plastictas naast de rugtas op de balie zet.
Ik kan de inhoud ondertussen dromen.
`Kleren en fietsschoenen.`
`Nog meer?`
`Koffiebonen.`
`En…`
`Dit heb ik van mijn zoon doorgekregen`
`Is de rugtas van uw zoon of van uw dochter?`
`Mijn zoon, is er iets mee?`
De vrouwen gniffelen naar elkaar.
`Niets aan de hand hoor, vul hier je naam maar in.’
Ze schuift een formulier mijn kant op.
Thuisgekomen pak ik de rugtas uit, eerst de kaas, daarna de koffiebonen, de kleding en de fietsschoenen. Onderin zit een langwerpig pak, verpakt in een wit papier, er zit een scheur in. Als ik zie wat de inhoud is kan ik het gegniffel van de vrouwen pas plaatsten.
Ik bel mijn zoon.
`Ik heb de rugtas.`
`Kun je hem opsturen?`
`Alles?`
`In ieder geval de kaas, fietsschoenen, de koffie hoeft niet.`
`En…?`
Het blijft stil.
`Meer niet?`
`De condooms,` zegt hij.
Prachtig! Ik zie het helemaal voor me. Moest grijnzen om de ontknoping, die ik totaal niet zag aankomen. Knap opgebouwd vehaal.