Ik heb een nieuwe bril nodig en loop ‘Specsavers’ binnen in het Oostpoort Winkelcentrum. Daar heb ik mijn bril vijf jaar geleden gekocht en ik hoop dat ze zo’n zelfde monteur hebben. Ik word vriendelijk begroet door een medewerkster die zegt:
‘Ik kom zo bij u, ik ben nog even bezig.’
Dat ‘nog even bezig’ wordt lang uitgerekt door de klant die ze helpt, die de tijd tot het uiterste oprekt. Het verbaast mij, maar ik bewonder het ook als de mensen rustig de tijd nemen die ze nodig hebben en zich niets aantrekken van anderen. Maar waar ligt de grens?
Er komt een andere verkoopster naar me toe en vraagt of ze kan helpen. Even twijfel ik, de verkoopster die nu nog bezig is, heeft een aardige, betrouwbare uitstraling, deze vrouw daarentegen heeft het tegenovergestelde, maar toch zeg ik:
‘Ik heb drie jaar geleden deze bril hier gekocht en wil zo’n zelfde model.’
‘Loopt u maar mee, dan kijk ik in de computer.’
‘Wat is je geboortedatum?’ vraagt ze.
Even later zegt ze:
‘U staat niet geregistreerd bij ons.’
‘Ik weet zeker dat ik deze bril hier heb gekocht,’ zeg ik.
‘U staat niet geregistreerd,’ herhaald ze haar woorden.
‘Of je kunt het niet vinden?’ vraag ik.
‘Nee hoor mevrouw, u heeft deze bril niet bij ons gekocht,’ zegt ze met zo’n stelligheid dat ik aan mezelf begin te twijfelen.
‘Heb je een bril die erop lijkt?’ ‘vraag ik.
Ze loopt langs de rijen met brillen en komt al te snel tot de conclusie dat het model dat erop lijkt niet tot de collectie behoort. Ze wil gewoon van me af denk ik en word hier meteen in bevestigd.
‘Misschien heeft u de bril bij ‘Pearle’ gekocht, die zit aan de overkant van de Linnaeusstraat,’ zegt ze.
Ik steek de Linnaeusstraat over en loop ‘Pearle’ binnen.
Opnieuw noem ik mijn geboortedatum en de vrouw achter de computer zoekt in het systeem.
‘U staat niet bij ons ingeschreven, maar op de hoek is nog een opticien, daar kunt u het vragen.’
Ik stap de derde opticien binnen, ook al weet ik dat ik nooit een stap in deze winkel heb gezet, wat doe ik hier dan?
Zomaar een gevoel dat het me iets op kan leveren.
Een medewerker pakt mijn bril en bekijkt hem van alle kanten en zegt na wat speurwerk:
‘Deze bril is gekocht bij ‘Specsavers’.
Ik kijk hem verbaasd aan.
‘Als je goed kijkt kun je het zien.’
Hij wijst mij waar de naam van ‘Specsavers’ vaag te lezen is.
Ik ben blij verrast met deze ontdekking.
Het is tien minuten later als ik opnieuw bij ‘Specsavers’ binnenstap, de vriendelijke medewerkster is vrij en komt op mij aflopen. Dezelfde handelingen vinden plaats, alleen nu door iemand die wat zorgvuldiger is. Al snel heeft ze mijn gegevens opgepiept, ik heb de bril inderdaad bij hun gekocht, ze vertelt me dat dit model niet meer in de verkoop is.
‘Ik kan wel met je kijken of we een bril kunnen vinden die erop lijkt,’ zegt ze. Al snel heeft ze hem gevonden en zitten we aan een tafeltje om de verkoop te regelen. Binnen tien minuten sta ik weer buiten.
Ik loop naar mijn fiets. Er is ongeveer een half uur voorbij en ik ben mij ervan bewust hoe vol zo’n half uur kan zijn. De gedachten die ik heb over mezelf en anderen volgen elkaar in korte tijd op, hoe teleurgesteld, verward, verrast en verbaasd, hoe gevoelig ik ben voor de woorden van een ander.
Wat uiteindelijk overblijft is de blijheid dat ik dit allemaal kan voelen en het daarna gewoon kan laten zonder oordeel over mezelf en de ander.
Over een week kan ik mijn nieuwe bril ophalen.