Rechtspraak

Het is drie uur in de middag als de rechtszaak begint. Twee partijen staan tegenover elkaar en zitten in ze zaal ieder op hun eigen eilandje met `hun waarheid` in het midden. De afstand is niet meer te overbruggen de kloof te diep, er is gezwegen en niet begrepen. Toegeven aan fouten die gemaakt zijn blijkt onmogelijk.

Toegeven. Ik heb regelmatig de kracht van dit woord ervaren als ik het tot leven bracht en denk terug aan die momenten van een hardnekkig vasthouden aan mijn mening, een gevecht om mijn gelijk te krijgen om
uiteindelijk toch de verlossende woorden uit te spreken:
`Je hebt gelijk.`
Hoe de spanning uit mijn lichaam wegvloeide en er een opening ontstond om het gesprek opnieuw aan te gaan, zonder strijd.
En dan die verrassende reactie van de ander:
`Ach, jij ook hoor!`

De stilte valt. Deze draagt een gespannen wachten in zich mee. Een vrouwelijke rechter knikt ons vriendelijke goedendag, checkt de gegevens en stelt persoonlijke vragen:
`Wat zit u het meest dwars?` vraagt ze aan de gedaagde partij, de weduwe.
Er wordt onrustig op stoelen heen en weer geschoven, hier en daar een kuchje, kelen worden geschraapt.
`Dat zij na zesentwintig jaar hier mee komt, waarom niet toen hij nog leefde,` zegt de weduwe.

Waar is het begonnen? Bij een man en een vrouw die een chalet kochten in een klein dorpje in België. Nadat de relatie stukliep wilde de man de chalet behouden maar heeft nooit geld overgemaakt naar zijn ex-partner. Het koopcontract staat nog steeds op haar naam en nu hij dood is eist zij de helft van de waarde van de chalet. De zesduizend euro die de weduwe wilde betalen aan de ex-vrouw van haar overleden man werd niet geaccepteerd. Na twee uur doet de rechter een uitspraak. De waarde van het chalet is getaxeerd op dertienduizend euro, dit moet door tweeën worden gedeeld.

Twee en een half jaar van een mensenleven heeft dit gekost, met stress, ergernissen, gevoelens van haat, verdrietige herinneringen, miskend voelen, niet gezien worden, leugens en nachten die met open ogen wachten op de ochtend. Het is allemaal voorbijgekomen en het is nu de tijd dat ze het achter zich kunnen laten. Maar is dit alles de moeite waard geweest vraag ik me af.

En hoe mooi zou het zijn geweest als ze na afloop elkaar de hand hadden geschud en even een woord met elkaar hadden gewisseld.
`Het beste met je.`
Maar de wonden zijn nog te vers en de pijn ligt nog te veel aan de oppervlakte.
Ik snap het wel maar vind het ook jammer.

2 reacties

  1. Prachtig geschreven. Mooie zinnen. Perfecte balans tussen jouw persoonlijke ervaring en datgene wat je hebt gezien bij de mensen in de rechtbank. Fraaie spanningsboog. Treffend voorbeeld van het menselijk ongemak. Stemt tot nadenken: kan ikzelf mijn ongelijk toegeven of over over mijn eigen schaduw heen springen?

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *