Als ik de supermarkt van Dirk van den Broek binnenstap zie ik haar staan, een jonge vrouw, een donkere bos haar hangt weelderig om haar heen. Ze staat naast een oudere mevrouw in een scootmobiel voor het schap met ingeblikte groente. De vrouw wijst omhoog, de jonge vrouw haalt verschillende blikken van de plank, elke keer schudt deze haar hoofd. Plotseling steekt ze het pad over en pakt een blik met bruine bonen van de plank. Als ze het aan de vrouw laat zien verschijnt er een brede lach op haar gezicht, knikt en legt haar hand even op de arm van de vrouw.
Ik doe mijn boodschappen en sluit me aan bij de rij wachtenden. Net als ik aan de beurt ben ontstaat er tumult bij de ingang, er wordt geschreeuwd `houd de dief`. Voor de ingang van de supermarkt vindt een worsteling plaats. Drie Dirken komen in beweging, mannen in een blauwe blouse en geruite hes. Samen met de bewaking proberen ze de persoon te overmeesteren.
`Dit kunnen ze niet maken,` zeg ik tegen de vrouw achter mij. De caissière is opgehouden met het scannen van mijn boodschappen, haar mond staat iets open.
`Ze zal wel iets gestolen hebben,` zegt de vrouw achter me.
`Maar met zijn vieren tegen één,` de verontwaardiging klinkt door in mijn stem.
`Ze is verdachte van een diefstal.` zegt de caissière plechtig.
Ik kijk opnieuw naar het schouwspel en zie dat het de vrouw is die de oudere vrouw hielp met haar boodschappen. De caissière gaat door:
`Ze mag niet stelen.`
`Ik heb haar daarnet een mevrouw zien helpen.`
`Allemaal truckjes, mevrouw, ze doen het erom.`
`Hoezo truckjes?`
`Het is een complot mevrouw, ze werken allemaal samen.`
Ik reken af en doe de boodschappen in mijn tas.
De bewaker en de vrouw zijn er niet meer, de mannen van de Dirk staan in een groepje na te praten, de opwinding is voelbaar.
Als ik buiten mijn fiets van het slot haal komt de oudere dame in haar scootmobiel aanrijden met een tevreden glimlach rond haar mond, een andere scootmobiel komt haar tegemoet rijden, ze blijven even naast elkaar staan.
`En is het allemaal gelukt met de boodschappen?`
`Ja, ik ben geholpen door een alleraardigste jongedame,`
`Fijn, zo een bakkie?`
`Gezellig, haal ik een tompouce bij de Hema.`
Spannend en leuk