De zaak

naamloosBij het gerechtsgebouw in Maastricht bevindt de ingang van zaal A zich aan de buitenkant. Ik loop door het detectiepoortje de trap op naar de publieke tribune, deze is gescheiden door een glazen wand met de rechtszaal. Er zijn drie mensen aanwezig, twee vrouwen gekleed in rokken, die tot op hun enkels reiken en een heer in een driedelig pak, met een oogverblindend wit overhemd.

Om precies één uur zwaaien de deuren open en komen de rechters de rechtszaal binnen, door de luidspreker klinken hun voetstappen op het laminaat, stoelen worden verschoven. Het wordt stil.
De verdachte wordt binnengeleid.
`Gaat u zitten,` zegt de middelste rechter.
De tenlastelegging wordt voorgelezen door de officier van justitie
Deze luidt: Met geweld en/of bedreiging een hoeveelheid geld gestolen.

De mensen waar ik de ruimte mee deel lijken betrokken bij de verdachte. Mijn vermoeden wordt bevestigd als de jongste vrouw plotseling voor me staat en een zwaaiende beweging maakt. Ik  laat me naar achteren vallen omdat ze anders te dichtbij komt. Mijn hart neemt een ander ritme aan.
`You…,` zegt de vrouw met luide stem.
Ze wijst met haar vinger naar mij.
`….translate, you.`
Ik kan dit niet vertalen, het gaat me te snel en het is te moeilijk.
`I can’t, it is to fast.`
`What is he doing, that man.`
Ze wijst naar de advocaat.
`They look voor the good picture.`
De officier van justitie is onder aanwijzingen van de advocaat al twintig minuten bezig met het zoeken van het juiste beeld wat aan kan tonen dat de beroving zonder geweld heeft plaats gevonden. Op een grote scherm komen steeds opnieuw dezelfde straatbeeld voorbij.
`Why, why?`
Ze buigt zich voorover en komt te dichtbij
`Sorry I can`t find the right word.`
`You, must, you must.`
‘Sodemieter op, ik moet niets,’ zeg ik en kijk haar woedend aan.
Ze loopt weg

Dan klinkt de stem van de verdachte door de luidspreker, hij spreekt Frans. De twee oudere mensen en de jonge vrouw veren op dan klinkt er een hartverscheurende snik. De man zit met gebogen hoofd, handen verbergen zijn gezicht en hij huilt. De jonge vrouw drukt zich tegen het glas, de andere vrouw zit stilletjes voor zich uit te kijken. Als de verdachte stopt met praten verdwijnt hij al snel zonder op of om te kijken achter de deur van de rechtszaal. De tribune is leeg als ik de trap afdaal. De familie staat buiten te praten met een man in toga.

Twee weken later lees ik dat hij één jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf heeft gekregen. Met een aftrek van het voorarrest zou hij over acht maanden weer thuis zijn.

3 reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *