Het is een dag in herfst. Overal staan half kale bomen, een tapijt van bladeren bedekt de grond. Donkere wolken pakken zich samen boven het park. Ik ben onvoorbereid van huis gegaan, geen paraplu en een dun spijkerjasje. Als de eerste voorzichtige druppels veranderen in een stevige bui zoek ik beschutting onder een boom.
Plotseling duikt er vanuit het niets een jongeman op, hij gaat naast me staan. Hij draagt een wit overhemd wat helder afsteekt tegen de boom. We kijken elkaar aan, zijn groene ogen lachen me tegemoet. De lijnen rond zijn lippen lijken getekend. Hij straalt warmte uit.
`Wat denk jij?` vraagt hij.
`Wat denk ik?` vraag ik
`Zou het nog lang duren?`
`Geen idee.`
`Ik heb om elf uur een afspraak.`
Hij kijkt op zijn iPhone.
`Ik ben nu precies vijf minuten te laat.`
Even is het stil.
`Ze gaat nooit onvoorbereid van huis, ze heeft een hele grote?`
`Een hele grote…?`
`Paraplu.`
`Ja natuurlijk,` giechel ik,
`Is het een belangrijke afspraak?` vraag ik.
`Mhuuuu.`
Zijn schouders maken lichte schokjes.
Het is zachter gaan regenen.
`Heb jij kinderen?`
`Een zoon.
`Fijn voor hem.`
`Fijn?`
`Dat hij…ach…laat maar, ik moet gaan.`
Hij loopt in een drafje het pad af.
`Veel plezier,` roep ik hem na.
Ik loop richting mijn koffieafspraak.
Als ik het bolle bruggetje passeer, zie ik hem opnieuw.
`Ze heeft afgebeld, zag geen verbetering.`
`Het is nu toch droog!`
`Ze bedoelt iets anders.`
Zijn woorden blijven tussen ons in hangen.
We lopen langs de uitgang van de P.C. Hooft.
`Ik moet er hier uit.`
`Je zoon mag blij zijn.`
`Blij?`
`Met zo’n moeder.`
Verrast kijk ik op.
`Komt het goed met jouw moeder?`
`Mijn moeder is dood.`
`Sorry, ik dacht… toch echt…dat.`
`Ik had een afspraak met mijn andere moeder. Ik ben opgevoed door twee vrouwen. Ze waren al jaren gescheiden.`
Hij draait zich om en loopt mijn leven uit, even snel als hij mijn leven binnen is komen lopen. We komen elkaar nooit meer tegen, niet in deze situatie en niet onder die boom. Ik zie hoe hij bij de uitgang stil blijft staan en omkijkt. Hij steekt zijn hand op, ik zwaai terug.
Mensen zoals hij wil ik wel 100 keer per dag tegen komen.
Dat heeft die jongen goed gezien, dat jouw zoon boft met zo’n moeder.